''Dit is goed nieuws voor ouders, onder één voorwaarde. Er bestaat namelijk een aanzienlijke kans op prijsstijgingen, door de combinatie van schaarste, organisaties met een winstoogmerk én het ontbreken van financiële regels zoals een grens aan de prijs en de winst. Uit het vandaag verschenen rapport blijkt dat dit eenvoudig is op te lossen.
Een prijsplafond pakt het risico op het prijsopdrijvend effect op een directe manier aan en voorkomt dat prijzen stijgen. Het is niet ingewikkeld in te voeren en past bij de verdere transitie naar gratis kinderopvang en samenwerking met het onderwijs. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus kabinet; zorg dat er een prijsplafond komt en verbied winstuitkeringen. Dat is een doeltreffende, eenvoudige oplossing én de beste garantie dat geld dat voor kinderopvang is bedoeld, ook daadwerkelijk bij kinderen terecht komt'', zegt Loes Ypma (voorzitter BMK).
Alarmerend rapport
Vandaag, 24 maart verschijnt een alarmerend rapport van onafhankelijke deskundigen van de Rebel Group, waaruit blijkt dat er grote risico’s voor de prijs voor ouders ontstaan als de overheid niet stuurt op de prijs van kinderopvang. Ouders gaan veel meer betalen als de prijs veel hoger is dan het normbedrag waarover ouders 4% betalen en de overheid 96%. Het deel van de prijs dat hoger is dan het normbedrag, moeten ouders namelijk voor 100% zelf betalen. Het risico is groot dat prijzen stijgen, door een combinatie van vier factoren, zo legt de Rebel Group uit;
- schaarste;
- de aanwezigheid van organisaties met een winstoogmerk;
- het ontbreken van financiële regulering;
- de bereidheid en mogelijkheid bij een deel van de ouders om een eigen bijdrage te betalen.
Dit maakt kinderopvang echter ontoegankelijk voor heel veel ouders, zeker ouders met lagere en middeninkomens.
Eenvoudige oplossing door prijsregulering
De deskundigen van de Rebel Group concluderen dat een prijsplafond een eenvoudige oplossing is om te voorkomen dat ouders te hoge tarieven moeten betalen. Een prijsplafond is niet ingewikkeld om in te voeren en past bij de verdere transitie naar gratis kinderopvang en de samenwerking met het basisonderwijs, aldus de Rebel Group. Hierdoor blijft kinderopvang betaalbaar voor alle inkomensgroepen.
Wetenschappers en ambtenaren
SZW waarschuwde al eerder voor het risico van prijsopdrijving als prijsregulatie ontbreekt. Het ministerie van SZW benadrukte dit al in het Eindrapport Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen (overheid.nl) uit 2020, waarin diverse scenario’s voor het vormgeven van een toekomstig stelsel van kinderopvang zijn uitgewerkt. Vervolgens benadrukten drie vooraanstaande wetenschappers in juni 2022 de noodzaak van prijsregulering in een artikel in het economisch vakblad ESB (Het maatschappelijk belang van kinderopvang vereist prijsregulering). In januari dit jaar pleitten twee andere wetenschappers in ditzelfde vakblad voor publieke kinderopvang (Nederland zou moeten experimenteren met publieke kinderopvang).
SZW gaf in een eerdere Kamerbrief aan dat een onafhankelijke instantie zoals de NZa de tariefregulering (een realistisch prijsplafond) en het toezicht daarop zou kunnen vervullen, omdat dit redelijk in lijn ligt met haar huidige regulerings- en toezichtstaken in de zorg. Ypma: “Wij adviseren het ministerie van SZW om onderzoek te doen naar een realistisch prijsplafond dat niet te hoog is – om ondoelmatige besteding van overheidsmiddelen te voorkomen – maar dat ook niet te laag is zodat de kwaliteit van kinderopvang hoog kan blijven.”
Prijsplafond
Ypma: “Wij zijn geschrokken van dit rapport. We zijn groot voorstander van kinderopvang als basisvoorziening voor ieder kind. Het kabinet zet grote stappen op weg hier naartoe door de foutgevoelige en complexe Kinderopvangtoeslag af te schaffen en te vervangen door rechtstreekse financiering aan kinderopvangorganisaties (96%). Van ouders wordt een kleine inkomensonafhankelijke bijdrage van 4% gevraagd. Dit voorkomt hoge terugvorderingen en realiseert eenvoudige, betaalbare kinderopvang zonder gedoe. Dit zorgt voor een goede start voor kinderen, stimuleert hun ontwikkelingskansen én maakt werken lonend voor ouders. Maar de 4% blijft geen 4% als organisaties zelf hun prijs mogen bepalen. Als een organisatie de prijs voor ouders met €2 verhoogt, betalen hogere inkomens nog steeds minder dan dat zij nu betalen, maar wordt het voor de lagere inkomen onbetaalbaar. Daarom moet het kabinet een realistische prijs bepalen én een prijsplafond invoeren. Zo voorkomen we een rampzalige stijging van prijzen voor ouders, en een dramatische daling van de kansengelijkheid.”
Brede toegankelijkheid
Ypma: “Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Kinderopvang is niet bedoeld als aantrekkelijk verdienmodel waarmee veel winst gemaakt kan worden, en dat nota bene gesubsidieerd wordt door de overheid. Het is uiterst belangrijk dat juist minder draagkrachtige gezinnen toegang hebben en blijven houden tot gratis kinderopvang. Laten we niet naïef zijn, want in alle andere Westerse landen met geprivatiseerde, grotendeels publiek gefinancierde stelsels is sprake van prijsregulering. En dat is niet voor niets.”
Prijsdifferentiatie leidt tot groeiende kansenongelijkheid
Volgens het rapport van de Rebel Group is de kans groot dat for-profit organisaties vanaf 2025 hogere prijzen gaan vragen o.b.v. de ‘latente betalingsbereidheid’ van een deel van de ouders (zie het rekenvoorbeeld). Hierdoor groeit de kansenongelijkheid in Nederland. Dit effect wordt verdubbeld omdat for-profit aanbieders zich vooral in de rijke, witte tweeverdienerswijken zullen vestigen, waar ze de prijs zonder problemen kunnen verhogen en zij zo een hoger winstpercentage realiseren. Hiermee kunnen deze aanbieders personeel wegkopen ten koste van voorzieningen in minder welvarende wijken.
Rekenvoorbeeld:
- Stel dat het maximale tarief dat de Rijksoverheid momenteel vergoedt €9 per uur is en dat een aanbieder van kinderopvang ook deze prijs vraagt.
- Stel dat een ouder vanwege de huidige inkomenspositie 50% van de uitgaven via de toeslagen vergoed krijgt.
- Deze ouder betaalt momenteel dus bruto €9 per uur, maar netto €4,50 per uur (na aftrek van toeslagen).
- In de nieuwe situatie betaalt deze ouder netto nog slechts netto €0,36 per uur om werken lonend te maken (want: €9 - (€9 * 96%) en betaalt de overheid de resterende 96% van de €9 per uur.
- De ouder was voorheen bereid om netto €4,50 per uur te betalen; er is nu dus €4,14 extra latente betalingsbereidheid.
- Voor organisaties met een winstoogmerk ontstaat een interessante prikkel om geen €9 maar bijvoorbeeld €11 per uur te gaan vragen voor kinderopvang, waarmee ze €2 winst per uur extra
- Voor ouders met hogere inkomens betekent dit nog steeds goedkopere kinderopvang, zij gaan immers van €4,50 naar €2,36. Voor ouders met lagere inkomens betekent dit echter een prijsverhoging, zij gaan van €0,36 naar €2,36 en daarmee wordt de kinderopvang voor hen ontoegankelijk.
- Met een prijsplafond voorkomt de overheid dat de prijs boven het maximum tarief mag uitkomen, zo maakt zij kinderopvang werkelijk toegankelijk voor alle ouders en zorgt de overheid dat werken loont.